De aanhoudend grote geopolitieke en beleidsonzekerheid zal naar verwachting de economische groei in het eurogebied drukken en het voorziene herstel vertragen. Dit volgt op de iets zwakker dan verwachte groei van eind 2024. Zowel de binnenlandse als de handelsonzekerheid zijn groot. Hoewel in de basisprojectie alleen het effect van nieuwe heffingen op de handel tussen de Verenigde Staten en China is opgenomen, wordt aangenomen dat de negatieve effecten van onzekerheid over de mogelijkheid van verdere veranderingen in het mondiale handelsbeleid, met name ten aanzien van de Europese Unie, de uitvoer en de investeringen van het eurogebied zullen drukken. In combinatie met aanhoudende uitdagingen op het gebied van het concurrentievermogen leidt dit naar verwachting tot een verdere daling van het marktaandeel van het eurogebied bij de uitvoer. Ondanks deze tegenwind blijven de voorwaarden aanwezig voor een opleving van de bbp-groei in het eurogebied gedurende de projectieperiode. Stijgende reële lonen en werkgelegenheid zullen, tegen de achtergrond van een sterke, zij het afkoelende arbeidsmarkt naar verwachting een herstel ondersteunen waarbij de consumptie een belangrijke bijdrage blijft leveren aan de groei. De binnenlandse vraag zou ook moeten worden geschraagd door een versoepeling van de financieringsvoorwaarden, in overeenstemming met de marktverwachtingen over het toekomstige rentebeloop. De arbeidsmarkt zou veerkrachtig moeten blijven, met een werkloosheidspercentage van gemiddeld 6,3% in 2025 en een lichte daling tot 6,2% in 2027. Aangezien sommige conjuncturele factoren die onlangs geleid hebben tot productiviteitsvermindering beginnen weg te ebben, trekt de productiviteit gedurende de projectieperiode weer aan, al blijven structurele uitdagingen bestaan. Verwacht wordt dat de gemiddelde reële bbp-groei op jaarbasis al bij al uitkomt op 0,9% in 2025 en aantrekt tot 1,2% in 2026 en 1,3% in 2027. Vergeleken met de door medewerkers van het Eurosysteem samengestelde macro-economische projecties van december 2024 zijn de vooruitzichten voor de bbp-groei voor zowel 2025 als 2026 neerwaarts bijgesteld met 0,2 procentpunt, maar voor 2027 onveranderd gebleven. De zwakkere vooruitzichten zijn voornamelijk toe te schrijven aan neerwaartse bijstellingen van de uitvoer en, in mindere mate, aan de investeringen, als gevolg van een sterker dan eerder aangenomen onzekerheidseffect, alsook de verwachting dat de uitdagingen op het gebied van het concurrentievermogen waarschijnlijk langer zullen aanhouden dan voorzien.[1]
De totale HICP-inflatie is de afgelopen maanden gestegen, maar zal naar verwachting in de loop van 2025 enigszins matigen en vervolgens dalen, om vanaf het eerste kwartaal van 2026 rond de inflatiedoelstelling van de ECB van 2,0% te schommelen. Aan het begin van de projectieperiode zullen opwaartse basiseffecten in de energiecomponent en een hogere voedselprijsinflatie de neerwaartse effecten van een daling van de HICP-inflatie exclusief energie en voedingsmiddelen (HICPX) grotendeels compenseren. De stijging van de prijzen van energiegrondstoffen rond de jaarwisseling zal in 2025 doorwerken in het twaalfmaands mutatietempo van de energieprijzen. Hoewel de aanname is dat de prijzen van olie en gas in lijn met de futuresprijzen zullen dalen, blijft de energie-inflatie gedurende de gehele projectieperiode waarschijnlijk positief, zij het lager dan het historisch gemiddelde. In 2027 zal de energie-inflatie volgens de projecties worden opgedreven door de invoering van nieuwe maatregelen ter beperking van de klimaatverandering. De voedselinflatie stijgt naar verwachting tot medio 2025, voornamelijk als gevolg van recente forse stijgingen van de prijzen van voedingsgrondstoffen, alvorens te dalen tot gemiddeld 2,2% in 2027. Verwacht wordt dat de HICPX-inflatie begin 2025 gaat dalen naarmate de effecten van vertraagde herbeprijzingen wegebben, de loondruk afneemt en het effect van eerdere monetairbeleidsverkrapping blijft doorwerken in de consumptieprijzen. De daling van de HICPX-inflatie wordt naar verwachting voornamelijk veroorzaakt door de teruglopende diensteninflatie – die tot dusver relatief hardnekkig is geweest. Al met al matigt de HICPX-inflatie van 2,2% in 2025 tot 1,9% in 2027. De loongroei zou een neerwaarts traject moeten blijven volgen ten opzichte van het huidige nog steeds hoge niveau naarmate de druk van de inflatiecompensatie wegebt. In combinatie met het voorziene herstel van de productiviteitsgroei leidt dit naar verwachting tot een aanzienlijk tragere groei van de arbeidskosten per eenheid product. Als gevolg daarvan neemt de binnenlandse prijsdruk verder af, waarbij de winstmarges zich gedurende de projectieperiode herstellen. De externe prijsdruk, zoals weerspiegeld in de invoerprijzen, blijft naar verwachting gematigd, in de veronderstelling dat het handelsbeleid van de EU op het vlak van heffingen ongewijzigd blijft. Vergeleken met de projecties van december 2024 zijn de vooruitzichten voor de totale HICP-inflatie voor 2025 opwaarts bijgesteld met 0,2 procentpunt als gevolg van hogere aannames voor de prijzen van energiegrondstoffen en de depreciatie van de euro, terwijl deze voor 2027 licht neerwaarts zijn bijgesteld vanwege de iets zwakkere vooruitzichten voor de energiecomponent aan het einde van de projectieperiode.
Aankondigingen over het handels- en begrotingsbeleid na afronding van deze projecties hebben de onzekerheid omtrent de vooruitzichten voor de economische groei en de inflatie in het eurogebied doen toenemen.
Tabel 1
Groei- en inflatieprojecties voor het eurogebied
(mutaties in procenten per jaar; bijstellingen in procentpunten)
| Maart 2025 | Bijstellingen t.o.v. december 2024 | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | |
Reëel bbp | 0,8 | 0,9 | 1,2 | 1,3 | 0,1 | -0,2 | -0,2 | 0,0 |
HICP | 2,4 | 2,3 | 1,9 | 2,0 | 0,0 | 0,2 | 0,0 | -0,1 |
HICP exclusief energie en voedingsmiddelen | 2,8 | 2,2 | 2,0 | 1,9 | -0,1 | -0,1 | 0,1 | 0,0 |
Toelichting: Voor het reële bbp is uitgegaan van jaargemiddelden van voor werkdagen en seizoensinvloeden gecorrigeerde gegevens. Historische cijfers kunnen afwijken van die in de meest recente Eurostat-publicaties wanneer er na de afsluitingsdatum van de projecties nog gegevens gepubliceerd zijn. Bijstellingen worden berekend op grond van afgeronde cijfers. De gegevens kunnen, eveneens op kwartaalbasis, worden gedownload uit de database met macro-economische projecties op de website van de ECB.
© Europese Centrale Bank, 2025
Postadres: 60640 Frankfurt am Main, Duitsland
Telefoon: +49 69 1344 0
Website: www.ecb.europa.eu
Alle rechten voorbehouden. Reproductie voor educatieve en niet-commerciële doeleinden is toegestaan met bronvermelding.
Zie voor een verklaring van de terminologie de ECB-woordenlijst (alleen in het Engels).
HTML ISBN 978-92-899-7206-2, ISSN 2529-4555, doi:10. 10.2866/8271861, QB-01-25-095-NL-Q
De afsluitingsdatum voor de technische aannames en de projecties voor de wereldeconomie was 6 februari 2025. De macro-economische projecties voor het eurogebied werden op 19 februari afgerond.
- 6 March 2025