Zoekopties
Home Media Explainers Onderzoek & publicaties Statistieken Monetair beleid De euro Betalingsverkeer & markten Werken bij de ECB
Suggesties
Sorteren op
Christine Lagarde
The President of the European Central Bank
Luis de Guindos
Vice-President of the European Central Bank
  • VERKLARING OVER HET MONETAIR BELEID

PERSCONFERENTIE

Christine Lagarde, president van de ECB,
Luis de Guindos, vicepresident van de ECB

Frankfurt am Main, 30 januari 2025

Goedemiddag, de vicepresident en ik heten u welkom bij onze persconferentie.

De Raad van Bestuur heeft vandaag besloten de drie basisrentetarieven van de ECB met 25 basispunten te verlagen. Meer in het bijzonder het besluit om de rente op de depositofaciliteit – de rente waarmee we de monetairbeleidskoers sturen – te verlagen vloeit voort uit onze geactualiseerde beoordeling van de inflatievooruitzichten, de dynamiek van de onderliggende inflatie en de kracht van de monetairbeleidstransmissie.

Het desinflatieproces ligt goed op schema. De inflatie bleef zich nagenoeg in lijn met de projecties van medewerkers ontwikkelen en is op weg terug te keren naar onze doelstelling van 2% op middellange termijn in de loop van dit jaar. De meeste maatstaven van de onderliggende inflatie geven aan dat de inflatie zich duurzaam zal stabiliseren rond onze doelstelling. De binnenlandse inflatie blijft hoog, vooral omdat de lonen en prijzen in bepaalde sectoren nog met een aanzienlijke vertraging worden aangepast aan de eerdere sterke stijging van de inflatie. Maar de loongroei matigt zoals verwacht en de winsten temperen deels het effect op de inflatie.

Door onze recente renteverlagingen worden nieuwe kredieten geleidelijk minder duur voor bedrijven en huishoudens. Tegelijkertijd blijven de financieringsvoorwaarden krap, ook omdat ons monetair beleid nog altijd restrictief is en de voorbije renteverhogingen verder doorwerken in de uitstaande kredieten, waarbij sommige aflopende leningen overgaan in nieuwe leningen tegen hogere rentes. De economie heeft nog steeds te maken met tegenwind, maar de stijgende reële inkomens en de geleidelijk afnemende effecten van het restrictieve monetaire beleid zouden een opleving van de vraag mettertijd moeten ondersteunen.

We zijn vastbesloten ervoor te zorgen dat de inflatie zich duurzaam stabiliseert op onze doelstelling van 2% op middellange termijn. We volgen een op data gebaseerde benadering per vergadering om de passende monetairbeleidskoers te bepalen. Onze rentebesluiten zullen in het bijzonder gebaseerd zijn op onze beoordeling van de inflatievooruitzichten in het licht van de binnenkomende economische en financiële gegevens, de dynamiek van de onderliggende inflatie en de kracht van de monetairbeleidstransmissie. We leggen ons niet op voorhand vast op een bepaald rentetraject.

De vandaag genomen besluiten worden uiteengezet in een persbericht op onze website.

Ik zal nu nader ingaan op onze kijk op de ontwikkeling van de economie en de inflatie en vervolgens onze beoordeling van de financiële en monetaire omstandigheden toelichten.

Economische bedrijvigheid

Volgens de voorlopige flashraming van Eurostat stagneerde de economie in het vierde kwartaal en blijft deze op korte termijn zwak. Enquêtes laten zien dat de verwerkende industrie blijft krimpen terwijl de bedrijvigheid in de dienstensector toeneemt. Het consumentenvertrouwen is broos en de stijgende reële inkomens hebben huishoudens er nog niet voldoende toe aangezet hun uitgaven substantieel op te schroeven.

Toch blijven de condities voor een herstel aanwezig. De arbeidsmarkt is de afgelopen maanden afgezwakt maar blijft robuust. Met 6,3% bleef de werkloosheid in december laag. Een stevige arbeidsmarkt en hogere inkomens zouden het consumentenvertrouwen moeten versterken en ervoor zorgen dat de uitgaven omhooggaan. Betaalbaarder krediet zou op den duur de consumptie en de investeringen ook moeten stimuleren. Als de handelsspanningen niet oplopen, zou de uitvoer het herstel moeten ondersteunen naarmate de mondiale vraag toeneemt.

Het budgettaire en structurele beleid moet de economie productiever, competitiever en schokbestendiger maken. We verwelkomen het EU-kompas voor concurrentievermogen van de Europese Commissie, dat een concrete routekaart biedt voor actie. Het is essentieel om met verdere concrete en ambitieuze structurele maatregelen werk te maken van de voorstellen ter versterking van het Europese concurrentievermogen van Mario Draghi en de aanbevelingen voor de versterking van de interne markt van Enrico Letta. Overheden moeten volledig en onmiddellijk uitvoering geven aan hun verplichtingen binnen het EU-kader voor economische governance. Dit zal helpen de begrotingstekorten en schuldquotes duurzaam terug te brengen en tegelijk prioriteit te geven aan groeibevorderende hervormingen en investeringen.

Inflatie

De inflatie op jaarbasis is in december tot 2,4% gestegen, tegen 2,2% in november. Net als in de twee voorgaande maanden was de stijging verwacht en was ze voornamelijk toe te schrijven aan het verdwijnen van eerdere scherpe dalingen van de energieprijzen uit de berekening. Samen met een maand-op-maandstijging in december heeft dit ertoe geleid dat de energieprijzen op jaarbasis enigszins zijn toegenomen, na vier opeenvolgende dalingen. De voedselprijsinflatie daalde licht naar 2,6% en de goedereninflatie naar 0,5%. De diensteninflatie steeg licht tot 4,0%.

De meeste indicatoren van de onderliggende inflatie hebben zich ontwikkeld in lijn met een duurzame terugkeer van de inflatie naar onze doelstelling op middellange termijn. De binnenlandse inflatie, die de diensteninflatie op de voet volgt, is hoog gebleven, omdat de lonen en sommige dienstenprijzen met een aanzienlijke vertraging nog worden aangepast aan de eerdere scherpe stijging van de inflatie. Tegelijk wijzen recente signalen op aanhoudende matiging van de loondruk en op de temperende rol van de winsten.

We verwachten dat de inflatie op korte termijn rond het huidige niveau blijft schommelen. Daarna zou de inflatie zich duurzaam moeten stabiliseren rond onze doelstelling van 2% op middellange termijn. De afnemende druk van de arbeidskosten en het aanhoudende effect van onze eerdere monetairbeleidsverkrapping op de consumptieprijzen moeten dit proces helpen. Terwijl de marktgebaseerde indicatoren van de inflatiecompensatie de in het najaar opgetekende daling grotendeels ongedaan hebben gemaakt, blijven de meeste maatstaven van de inflatieverwachtingen op langere termijn op ongeveer 2% staan.

Risicobeoordeling

De risico’s voor de economische groei blijven neerwaarts gericht. Grotere wrijving in de wereldhandel kan de groei in het eurogebied verder drukken door de uitvoer te temperen en de wereldeconomie te verzwakken. Een lager vertrouwen kan betekenen dat de consumptie en de investeringen zich minder snel herstellen dan verwacht. Dit kan versterkt worden door geopolitieke risico’s, zoals de ongerechtvaardigde oorlog van Rusland tegen Oekraïne en het tragische conflict in het Midden-Oosten. Deze kunnen de energietoevoer en wereldwijde handel blijven verstoren. De groei kan ook lager uitvallen als de vertraagde effecten van de verkrapping van het monetair beleid langer aanhouden dan verwacht. De groei kan hoger zijn als soepelere financieringsvoorwaarden en dalende inflatie ervoor zorgen dat de binnenlandse consumptie en investeringen zich sneller herstellen.

De inflatie kan hoger uitvallen als de lonen of winsten sterker stijgen dan verwacht. Opwaartse risico's voor de inflatie vloeien ook voort uit de verhoogde geopolitieke spanningen, die de energieprijzen en de transportkosten op korte termijn zouden kunnen opdrijven en de wereldwijde handel kunnen verstoren. Bovendien kunnen extreme weersomstandigheden, en meer in het algemeen de zich ontvouwende klimaatcrisis, de voedselprijzen meer dan verwacht opdrijven. Daarentegen kunnen neerwaartse verrassingen bij de inflatie zich voordoen als door een laag vertrouwen en zorgen over de geopolitieke gebeurtenissen het herstel van de consumptie en investeringen minder snel gaat dan verwacht, als het monetair beleid de vraag meer dan voorzien tempert of als het economisch klimaat in de rest van de wereld onverwacht verslechtert. Grotere wrijving in de wereldhandel zou de inflatievooruitzichten voor het eurogebied onzekerder maken.

Financiële en monetaire omstandigheden

De marktrentes in het eurogebied zijn sinds onze vergadering in december gestegen, gedeeltelijk als gevolg van hogere rentes op de mondiale financiële markten. Hoewel de financieringsvoorwaarden krap blijven, zorgen onze renteverlagingen er geleidelijk voor dat het minder duur wordt voor bedrijven en huishoudens om te lenen.

De gemiddelde rente op nieuwe bedrijfsleningen is in november afgenomen tot 4,5%, terwijl de kosten van schuldfinanciering via de markt op 3,6% bleven. De gemiddelde rente op nieuwe hypotheken daalde licht naar 3,5%.

De groei van de bancaire kredietverlening aan bedrijven steeg tot 1,5% in december, tegen 1,0% in november, tegen de achtergrond van een sterke stroom op maandbasis. De groei van de uitgifte van schuldbewijzen door bedrijven nam af tot 3,2% op jaarbasis. De hypotheekverstrekking nam geleidelijk verder toe maar bleef al met al gematigd, met een groei van 1,1% op jaarbasis.

Uit onze meest recente enquête naar de bancaire kredietverlening blijkt dat de kredietverleningscriteria voor bedrijfsleningen in het vierde kwartaal van 2024 opnieuw strenger werden, nadat ze gedurende de voorgaande vier kwartalen grotendeels stabiel gebleven waren. Deze nieuwe aanscherping had er vooral mee te maken dat banken zich meer zorgen maken over de risico’s waarmee hun klanten geconfronteerd worden en minder bereid zijn zelf risico’s te nemen. De vraag naar bedrijfsleningen nam in het vierde kwartaal licht toe maar bleef over het algemeen zwak. De kredietverleningscriteria voor hypotheken bleven grotendeels onveranderd, na drie kwartalen van versoepeling, terwijl de vraag naar hypotheken opnieuw fors toenam, vooral dankzij attractievere rentetarieven.

Conclusie

De Raad van Bestuur heeft vandaag besloten de drie basisrentetarieven van de ECB met 25 basispunten te verlagen. Meer in het bijzonder het besluit om de rente op de depositofaciliteit – de rente waarmee we de monetairbeleidskoers sturen – te verlagen vloeit voort uit onze geactualiseerde beoordeling van de inflatievooruitzichten, de dynamiek van de onderliggende inflatie en de kracht van de monetairbeleidstransmissie. We zijn vastbesloten ervoor te zorgen dat de inflatie zich duurzaam stabiliseert op onze doelstelling van 2% op middellange termijn. We volgen een op data gebaseerde benadering per vergadering om de passende monetairbeleidskoers te bepalen. Onze rentebesluiten zullen in het bijzonder gebaseerd zijn op onze beoordeling van de inflatievooruitzichten in het licht van de binnenkomende economische en financiële gegevens, de dynamiek van de onderliggende inflatie en de kracht van de monetairbeleidstransmissie. We leggen ons niet op voorhand vast op een bepaald rentetraject.

We staan in elk geval klaar om alle instrumenten binnen ons mandaat aan te passen om ervoor te zorgen dat de inflatie zich duurzaam stabiliseert op onze doelstelling op middellange termijn en om de soepele transmissie van het monetair beleid te handhaven.

We zijn nu klaar om uw vragen te beantwoorden.

Voor de exacte bewoordingen van de door de Raad van Bestuur overeengekomen tekst wordt verwezen naar de Engelstalige versie.

CONTACT

Europese Centrale Bank

Directoraat-generaal Communicatie

Reproductie is alleen toegestaan met bronvermelding.

Contactpersonen voor de media