- VERKLARING OVER HET MONETAIR BELEID
PERSCONFERENTIE
Christine Lagarde, president van de ECB,
Luis de Guindos, vicepresident van de ECB
Frankfurt am Main, 9 september 2021
Goedemiddag, de vicepresident en ik heten u welkom bij onze persconferentie.
De fase van sterke opleving in het economisch herstel van het eurogebied vordert steeds verder. Tegen het einde van het jaar ligt de output naar verwachting boven het niveau van vóór de pandemie. Nu meer dan 70 procent van de Europese volwassenen volledig gevaccineerd is, is de economie grotendeels opnieuw opengegaan, waardoor consumenten meer kunnen besteden en bedrijven de productie kunnen opvoeren. Hoewel de impact van de pandemie dankzij de stijgende immuniteit tegen het coronavirus nu minder ernstig is, kan de mondiale verspreiding van de deltavariant de volledige heropening van de economie nog vertragen. De huidige stijging van de inflatie blijft naar verwachting grotendeels tijdelijk en de onderliggende prijsdruk neemt slechts geleidelijk toe. In onze nieuwe medewerkersprojecties zijn de inflatievooruitzichten licht opwaarts bijgesteld, maar de verwachting is dat de inflatie op middellange termijn ruim onder onze doelstelling van twee procent blijft.
De financieringsvoorwaarden voor bedrijven, huishoudens en de overheid zijn sinds onze vorige driemaandelijkse inschatting in juni gunstig gebleven. Gunstige financieringsvoorwaarden zijn essentieel voor de voortzetting van het economisch herstel en om het negatieve effect van de pandemie op de inflatie te compenseren.
Op basis van een gezamenlijke beoordeling van de financieringsvoorwaarden en de inflatievooruitzichten oordeelt de Raad van Bestuur dat gunstige financieringsvoorwaarden kunnen worden behouden met een gematigd lager tempo van de nettoaankopen van activa in het kader van het noodaankoopprogramma in verband met de pandemie (pandemic emergency purchase programme – PEPP) dan in de voorgaande twee kwartalen.
We hebben ook onze andere maatregelen bevestigd, namelijk het niveau van de basisrentetarieven van de ECB, onze forward guidance over het waarschijnlijke toekomstige verloop daarvan, onze aankopen krachtens het programma voor de aankoop van activa (asset purchase programme – APP), ons herinvesteringsbeleid en onze langerlopende herfinancieringstransacties, zoals uiteengezet in het persbericht dat vandaag om 13.45 uur is gepubliceerd. We staan klaar om al onze instrumenten zo nodig aan te passen om ervoor te zorgen dat de inflatie zich op middellange termijn op onze doelstelling van twee procent stabiliseert.
Ik zal nu onze kijk op de ontwikkeling van de economie en de inflatie nader toelichten en vervolgens ingaan op onze inschatting van de financiële en monetaire omstandigheden.
Economische bedrijvigheid
De economie is in het tweede kwartaal van het jaar met 2,2 procent opgeveerd, wat meer was dan verwacht. Ze ligt op koers voor sterke groei in het derde kwartaal. Het herstel steunt op de geslaagde vaccinatiecampagnes in Europa, die een aanzienlijke heropening van de economie mogelijk hebben gemaakt.
Dankzij de opheffing van de beperkingen kunnen mensen opnieuw winkels en restaurants bezoeken. Daarvan profiteert de dienstensector, net als van de opleving van reizen en toerisme. De verwerkende industrie presteert sterk, ook al wordt de productie nog steeds belemmerd door tekorten aan materiaal en uitrusting. De verspreiding van de deltavariant heeft tot dusver niet geleid tot nieuwe lockdownmaatregelen, maar deze zou het herstel van de wereldhandel en de volledige heropening van de economie kunnen vertragen.
De consumptie neemt toe, hoewel de consumenten enigszins terughoudend blijven tegen de achtergrond van het verloop van de pandemie. Ook op de arbeidsmarkt verbetert de situatie snel, wat het vooruitzicht biedt op hogere inkomens en een stijging van de bestedingen. De werkloosheid loopt terug en het aantal mensen in regelingen voor het behoud van arbeidsplaatsen is met ongeveer 28 miljoen afgenomen ten opzichte van de piek van vorig jaar. Het herstel van de binnenlandse en de mondiale vraag drijft het optimisme bij bedrijven verder op, wat het ondernemersvertrouwen ten goede komt.
Tegelijk blijft er nog een weg af te leggen voordat de economische schade als gevolg van de pandemie is hersteld. Er zijn nog steeds ruim twee miljoen minder mensen aan het werk dan vóór de pandemie, vooral onder jongeren en laaggeschoolden. Ook het aantal werkenden in regelingen voor het behoud van banen blijft aanzienlijk.
Om steun te geven aan het herstel, moet een ambitieus, gericht en gecoördineerd begrotingsbeleid het monetair beleid blijven aanvullen. Met name het Next Generation EU-programma zal bijdragen tot een sterker en evenwichtig herstel in de landen van het eurogebied. Het zal ook de groene en de digitale transitie bespoedigen, steun geven aan structurele hervormingen en de langetermijngroei versterken.
We verwachten dat de economie op middellange termijn sterk opleeft. In onze nieuwe projecties wordt uitgegaan van een reële bbp-groei op jaarbasis van 5,0 procent in 2021, 4,6 procent in 2022 en 2,1 procent in 2023. Ten opzichte van onze medewerkersprojecties van juni zijn de vooruitzichten verbeterd voor 2021 en vrijwel onveranderd gebleven voor 2022 en 2023.
Inflatie
De inflatie is in augustus tot 3,0 procent gestegen. We verwachten dat de inflatie dit najaar verder toeneemt, maar volgend jaar daalt. Deze tijdelijke opleving van de inflatie is voornamelijk toe te schrijven aan de sterke stijging van de olieprijzen sinds ongeveer medio vorig jaar, het terugdraaien van de tijdelijke btw-verlaging in Duitsland, de uitgestelde zomeruitverkoop in 2020 en kostendruk als gevolg van tijdelijke tekorten aan materiaal en uitrusting. De invloed van deze factoren zou in de loop van 2020 moeten afnemen of uit de inflatieberekening op jaarbasis verdwijnen.
De druk op de onderliggende inflatie is opgelopen. Naarmate de economie zich verder herstelt en onder impuls van onze monetairbeleidsmaatregelen verwachten we dat de onderliggende inflatie op middellange termijn stijgt. Deze stijging is naar verwachting slechts tijdelijk. Het zal immers enige tijd duren voordat de economie weer op volle capaciteit werkt, waardoor de lonen naar verwachting slechts gematigd toenemen. De maatstaven voor de inflatieverwachtingen op langere termijn zijn verder gestegen, maar ze blijven op enige afstand van onze doelstelling van twee procent.
In onze nieuwe projecties wordt uitgegaan van een twaalfmaands inflatie van 2,2 procent in 2021, 1,7 procent in 2022 en 1,5 procent in 2023. Dat is een opwaartse bijstelling ten opzichte van de vorige projecties in juni. De inflatie exclusief de prijsstijging van voedingsmiddelen en energie bedraagt volgens de projecties gemiddeld 1,3 procent in 2021, 1,4 procent in 2022 en 1,5 procent in 2023. Ook dat is een opwaartse bijstelling ten opzichte van de projecties van juni.
Beoordeling van risico's
We beschouwen de risico's voor de economische vooruitzichten als globaal genomen in evenwicht. De economische bedrijvigheid zou onze verwachtingen kunnen overtreffen als consumenten meer vertrouwen krijgen en minder sparen dan op dit ogenblik wordt verwacht. Door een snellere verbetering van de coronasituatie zou eveneens een sterkere groei kunnen optreden dan nu wordt verwacht. Indien knelpunten aan de aanbodzijde langer aanhouden en doorwerken in hoger dan verwachte lonen, zou de prijsdruk hardnekkiger kunnen zijn. Tegelijkertijd zouden de economische vooruitzichten kunnen verslechteren als de verdere heropening van de economie vertraging oploopt als gevolg van een verslechtering van de pandemie, of als aanbodtekorten langduriger uitvallen dan momenteel wordt verwacht en de productie belemmeren.
Financiële en monetaire omstandigheden
Het herstel van de groei en de inflatie is nog steeds afhankelijk van gunstige financieringsvoorwaarden voor alle economische sectoren. De marktrentes zijn tijdens de zomer gedaald, maar recentelijk is een kentering opgetekend. De financieringsvoorwaarden voor de economie blijven al met al gunstig.
De rentetarieven voor bankleningen aan bedrijven en huishoudens staan op een historisch laag niveau. De kredietverlening aan huishoudens houdt stand, vooral voor woningaankopen. Dat de kredietverlening aan bedrijven iets trager groeit, is vooral toe te schrijven aan het feit dat bedrijven nog altijd over voldoende financiering beschikken omdat ze tijdens de eerste golf van de pandemie veel hebben geleend. Ze beschikken over aanzienlijke kasmiddelen en houden steeds meer winsten in, waardoor de behoefte aan externe financiering afneemt. Voor grotere bedrijven is obligaties uitgeven een aantrekkelijk alternatief voor bankkrediet. Solide bankbalansen blijven ervoor zorgen dat er voldoende krediet beschikbaar is.
Veel bedrijven en huishoudens hebben echter meer schulden gemaakt tijdens de pandemie. Een verslechtering van de economische vooruitzichten zou hun financiële gezondheid kunnen bedreigen. Dat zou dan weer de kwaliteit van de bankbalansen aantasten. Ondersteuning via beleidsmaatregelen blijft van essentieel belang om te verhinderen dat balansdruk en krappere financieringsvoorwaarden elkaar versterken.
Conclusie
Kortom: de economie van het eurogebied trekt weer duidelijk aan. Maar de snelheid van het herstel blijft afhankelijk van de ontwikkeling van de pandemie en de vorderingen met vaccinaties. De huidige stijging van de inflatie blijft naar verwachting grotendeels tijdelijk en de onderliggende prijsdruk zal slechts geleidelijk toenemen. De lichte verbetering van de inflatievooruitzichten op middellange termijn en de huidige stand van de financieringsvoorwaarden maken het mogelijk om gunstige financieringsvoorwaarden te behouden met een gematigd lager tempo van onze nettoaankopen van activa in het kader van het PEPP. Onze beleidsmaatregelen, waaronder onze herziene forward guidance over de basisrentetarieven van de ECB, zijn van cruciaal belang om de economie op weg te helpen naar een duurzaam herstel en uiteindelijk om de inflatie bij onze doelstelling van twee procent te brengen.
We zijn nu klaar om uw vragen te beantwoorden.
Voor de exacte bewoordingen van de door de Raad van Bestuur overeengekomen tekst wordt verwezen naar de Engelstalige versie.
Europese Centrale Bank
Directoraat-generaal Communicatie
- Sonnemannstrasse 20
- 60314 Frankfurt am Main, Duitsland
- +49 69 1344 7455
- media@ecb.europa.eu
Reproductie is alleen toegestaan met bronvermelding.
Contactpersonen voor de media