Jaarrekening van de Europese Centrale Bank voor het jaar 2006
De Raad van Bestuur van de Europese Centrale Bank (ECB) heeft vandaag zijn goedkeuring gehecht aan de door de accountants gecontroleerde Jaarrekening van de ECB voor het jaar 2006.
De ECB realiseerde in 2006 een overschot van €1.379 miljoen. Dit resultaat staat tegenover een overschot van €992 miljoen dat in 2005 werd gerealiseerd. Net als in 2005, is een bedrag gelijk aan het overschot opzijgezet in een voorziening tegen wisselkoers-, rente- en goudprijsrisico’s, hetgeen resulteert in een gerapporteerde netto winst van precies nul. De voorziening zal worden gebruikt ter dekking van verliezen die voortvloeien uit deze risico’s, met name waarderingsverliezen die niet worden gedekt door de herwaarderingsrekeningen. De omvang van deze voorziening wordt jaarlijks herbezien.
De reguliere inkomsten van de ECB komen voornamelijk voort uit beleggingsbaten op de door haar aangehouden externe reserves en haar volgestorte kapitaal van €4,1 miljard, en uit rentebaten op haar aandeel van 8% in de eurobankbiljetten in omloop. De rentebaten in 2006 verbeterden ten gevolge van de stijging van het marginale rentetarief voor de basis-herfinancieringstransacties van het Eurosysteem, dat bepalend is voor de rentevergoeding die de ECB ontvangt op haar deel van de eurobankbiljetten in het Eurosysteem, en de hogere rente op in Amerikaanse dollar luidende activa.
In totaal heeft de ECB uit alle bronnen netto rentebaten gerealiseerd van €1.972 miljoen, vergeleken met €1.270 miljoen in 2005. Los van de rentebaten van €1,319 miljoen gerealiseerd op haar deel van de bankbiljetten in omloop, bedroegen de netto rentebaten €653 miljoen, vergeleken met €402 miljoen in 2005. De ECB heeft aan de nationale centrale banken een rentevergoeding uitgekeerd van €965 miljoen op hun vorderingen uit hoofde van de door hen aan de ECB overgedragen externe reserves.
In 2006 leidde de appreciatie van de euro ten opzichte van de Japanse yen tot afschrijvingen van de eurowaarde van de door de ECB aangehouden in yen luidende activa van rond €0,6 miljard, die in de winst- en verliesrekening als last zijn opgenomen. Met inbegrip van ongerealiseerde koersverliezen op waardepapieren, werd in het jaar in totaal €0,7 miljard aan afschrijvingen als last opgenomen.
De beheerkosten van de ECB ter zake van personeel, huur, honoraria van professionals en overige goederen en diensten bedroegen €332 miljoen (€316 miljoen in 2005). Eind 2006 was bij de ECB het full-time equivalent van 1.367 personeelsleden werkzaam op permanente contracten of contracten met vaste looptijd (met inbegrip van 138 op managementniveau), vergeleken met 1.351 een jaar eerder. De afschrijvingen op vaste activa bedroegen €29 miljoen.
De Jaarrekening zal, samen met een managementverslag voor het jaar 2006, op 23 april worden gepubliceerd in het Jaarverslag van de ECB.
Toelichting voor redacties
- De door de ECB gehanteerde regels voor de opstelling van de Jaarrekening: De gemeenschappelijke grondslagen voor waardering en resultaatbepaling zijn door de Raad van Bestuur vastgelegd voor het Eurosysteem, waaronder de ECB, overeenkomstig Artikel 26.4 van de Statuten van het Europees Stelsel van Centrale Banken en van de Europese Centrale Bank (Statuten van het ESCB), en zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie. [1] Hoewel deze in algemene zin gebaseerd zijn op internationaal geaccepteerde financieel-administratieve praktijken, zijn deze grondslagen zo opgesteld dat zij in het bijzonder de unieke omstandigheden van de centrale banken van het Eurosysteem in acht nemen, en zijn zij vooral gericht op het voorzichtigheidsbeginsel gezien de grote deviezenrisico’s voor de meeste van deze centrale banken. Deze voorzichtigheidsbenadering komt met name tot uiting in de verschillende behandeling van ongerealiseerde winsten en ongerealiseerde verliezen ten behoeve van de resultaatbepaling, en in het verbod van saldering van ongerealiseerde verliezen op het ene activum tegen ongerealiseerde winsten op een ander. Ongerealiseerde winsten worden rechtstreeks overgedragen naar herwaarderingsrekeningen, terwijl ongerealiseerde verliezen per de jaarultimo die herwaarderingsrekeningsaldi overschrijden als kosten worden behandeld. Van alle nationale centrale banken wordt vereist dat zij deze grondslagen in acht nemen bij de verslaglegging over hun transacties als onderdeel van het Eurosysteem, die worden opgenomen in het wekelijkse geconsolideerde financiële overzicht (de zogeheten “Weekstaat”) van het Eurosysteem. Alle nationale centrale banken passen bij het opstellen van hun eigen jaarrekening vrijwillig globaal dezelfde grondslagen toe als de ECB.
- Rentevergoeding op aan de ECB overgedragen externe reserves: Iedere nationale centrale bank verkrijgt bij haar overdracht van externe reserves aan de ECB ten tijde van haar toetreding tot het Eurosysteem een rentedragende vordering op de ECB voor de waarde van het bedrag dat zij daarbij overdraagt. De Raad van Bestuur heeft besloten dat deze vorderingen in euro dienen te luiden, en dat de rentevergoeding erover op dagbasis zal plaatsvinden tegen de laatste beschikbare marginale rente voor de basisherfinancieringstransacties van het Eurosysteem, met een correctie vanwege het rendement van nul op de goudcomponent. In 2006 heeft deze rentevergoeding geresulteerd in rentelasten van € 965 miljoen, vergeleken met netto rentebaten van € 1.318 miljoen op de externe reserves.
- Verdeling van de inkomsten van de ECB uit de eurobankbiljetten in omloop: De Raad van Bestuur heeft besloten dat vanaf 2006 deze inkomsten verschuldigd zijn aan de nationale centrale banken in het financiële jaar waarin zij worden opgebouwd, maar dat zij zullen worden verdeeld op de tweede werkdag van het daarop volgende jaar. [2] Deze inkomsten worden in hun geheel verdeeld tenzij de netto winst van de ECB voor het jaar minder is dan haar inkomsten uit de in omloop zijnde bankbiljetten. Dit laatste was in 2006 het geval, ten gevolge van de beslissing door de Raad van Bestuur een overdracht te maken naar de voorziening voor wisselkoers-, rente- en goudprijsrisico’s. Op basis van het geschatte financiële resultaat van de ECB voor het jaar heeft de Raad van Bestuur in december 2006 besloten de verdeling van het totaal van deze inkomsten achterwege te laten.
-
[1] Besluit ECB/2002/11 van 5 december 2002 betreffende de jaarrekening van de Europese Centrale Bank, Pb L 58, 3.3.2003, blz. 38, zoals gewijzigd. Met ingang van 1 januari 2007 is dit Besluit ingetrokken en vervangen door Besluit ECB/2006/17, Pb L 348, 11.12.2006, blz. 38.
-
[2] Besluit ECB/2005/11 van 17 november 2005 inzake de verdeling van de inkomsten van de Europese Centrale Bank uit in omloop zijnde eurobankbiljetten onder de nationale centrale banken van de deelnemende lidstaten, Pb L 311, 26.11.2005, blz. 41. Door dit Besluit werd Besluit ECB/2002/9 ingetrokken.
Europese Centrale Bank
Directoraat-generaal Communicatie
- Sonnemannstrasse 20
- 60314 Frankfurt am Main, Duitsland
- +49 69 1344 7455
- media@ecb.europa.eu
Reproductie is alleen toegestaan met bronvermelding.
Contactpersonen voor de media