Terug naar de EUR-Lex homepage

EUR-Lex De toegang tot het recht van de Europese Unie

Terug naar de EUR-Lex homepage

Dit document is overgenomen van EUR-Lex

Gebruik aanhalingstekens om op "exacte woordcombinatie" te zoeken. Sluit uw zoekterm af met een asterisk (*) om op woorden te zoeken die met die zoekterm beginnen (omzettings*, 32019R*) Gebruik een vraagteken om op varianten van een zoekterm te zoeken, waarbij het vraagteken voor één willekeurig teken staat (met bo?g zoekt u bijvoorbeeld op boeg, boog en borg)
Zoektips
Meer zoekopties nodig? Gebruik het Uitgebreid zoeken
U bent hier

Document 32019D0028(01)

Besluit (EU) 2019/1558 van de Europese Centrale Bank van 12 september 2019 tot wijziging van Besluit (EU) 2019/1311 betreffende een tweede reeks gerichte langerlopende herfinancieringstransacties (ECB/2019/28)

PB L 238 van 16.9.2019, blz. 2–5 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Juridische status van het document Van kracht

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2019/1558/oj

16.9.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 238/2

BESLUIT (EU) 2019/1558 VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK

van 12 september 2019

tot wijziging van Besluit (EU) 2019/1311 betreffende een tweede reeks gerichte langerlopende herfinancieringstransacties (ECB/2019/28)

DE RAAD VAN BESTUUR VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, met name artikel 127, lid 2, het eerste streepje,

Gezien de statuten van het Europees Stelsel van centrale banken en van de Europese Centrale Bank, met name artikel 3.1, het eerste streepje, artikel 12.1, artikel 18.1, het tweede streepje en artikel 34.1, het tweede streepje,

Gezien Richtsnoer (EU) 2015/510 van de Europese Centrale Bank van 19 december 2014 betreffende de tenuitvoerlegging van het monetairbeleidskader van het Eurosysteem (ECB/2014/60) (1),

Overwegende:

(1)

Overeenkomstig artikel 1, lid 4, van Richtsnoer (EU) 2015/510 (ECB/2014/60) kan de Raad van bestuur te allen tijde besluiten tot aanpassing van de hulpmiddelen, instrumenten, vereisten, criteria en procedures voor de implementatie van monetairbeleidstransacties van het Eurosysteem.

(2)

Op 22 juli 2019 heeft de Raad van bestuur Besluit (EU) 2019/1311 van de Europese Centrale Bank (ECB/2019/21) (2) aangenomen om zijn mandaat om prijsstabiliteit te garanderen uit te oefenen en gunstiger voorwaarden voor bankkredieten te behouden, alsook accomoderend monetair beleid in lidstaten die de euro als munt hebben te ondersteunen. Dat besluit voorziet in een derde reeks van gerichte langerlopende herfinancieringstransacties (TLTRO's-III) die in de periode van juni 2019 tot maart 2021 worden uitgevoerd.

(3)

Teneinde gunstiger voorwaarden voor bankkredieten te behouden, de soepele doorwerking van het monetaire beleid in lidstaten die de euro als munt hebben te verzekeren en accomoderend monetair beleid verder te ondersteunen, heeft de Raad van bestuur op 12 september 2019 besloten om bepaalde parameters van TLTRO-III aan te passen, namelijk om de looptijd van alle transacties te verlengen van twee naar drie jaar, een vrijwillige aflossingsmogelijkheid te introduceren en het verschil van 10 basispunten het gemiddelde rentetarief voor de basisherfinancieringstransacties (MRO's) en het gemiddelde rentetarief voor de depositofaciliteit af te schaffen, in elk geval gedurende de looptijd van de respectieve TLRO-III, naargelang het geval.

(4)

Teneinde deze parameters op de eerste TLTRO-III toe te passen, moet dit besluit onverwijld in werking treden.

(5)

Besluit (EU) 2019/1311 (ECB/2019/21) moet derhalve dienovereenkomstig gewijzigd worden,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

Wijzigingen

Besluit (EU) 2019/1311 (ECB/2019/21) wordt als volgt gewijzigd,

1.

In artikel 2 wordt lid 2 vervangen door:

“2.   Elke TLTRO-III vervalt drie jaar na de respectievelijke afwikkelingsdatum op een dag die samenvalt met de afwikkelingsdatum van een basisherfinancieringstransactie van het Eurosysteem, zulks overeenkomstig het op de ECB-website bekendgemaakte indicatieve TLTRO's-III-tijdschema.”;

2.

In artikel 5 worden de leden 1, 2, 4 en 5 als volgt vervangen:

“1.   Behoudens lid 2 wordt het rentetarief voor bedrag dat uit hoofde van elke TLTRO-III geleend wordt vastgesteld op het gemiddelde tarief voor de basisherfinancieringstransactie gedurende de looptijd van de respectieve TLTRO-III.

2.   Het toepasselijke rentetarief voor de door deelnemers geleende bedragen waarvan het in aanmerking komende vorderingenoverschot in de tweede referentieperiode hun vorderingenoverschotbenchmark te boven gaat, is lager dan het in lid 1 opgenomen rentetarief en kan zo laag zijn als het gemiddelde tarief voor de depositofaciliteit gedurende de looptijd van de respectieve TLTRO-III, afhankelijk van de afwijking van de uitstaandbedragbenchmark. Gedetailleerde bepalingen en berekeningen worden in bijlage I uiteengezet. Het rentetarief wordt voor de eerste vervroegde aflossingsdatum in september 2021 overeenkomstig het op de ECB-website bekendgemaakte indicatieve TLTRO's-III-tijdschema aan de deelnemers gecommuniceerd.”.

3.   De afwijking van de uitstaandbedragbenchmark, de resulterende rentestimulansaanpassing en, indien van toepassing, en de definitieve rentetarieven worden overeenkomstig het op de ECB-website bekendgemaakte indicatieve tijdschema voor TLTRO's-III aan de deelnemers gecommuniceerd.

4.   Rente moet achteraf betaald worden op de vervaldag van elke TLTRO-III, of bij vroegtijdige aflossing als bedoeld in artikel 5a, naargelang het geval.

5.   Indien een NCB overeenkomstig haar contracten of reglementen de haar ter beschikking staande verhaalsmogelijkheden uitoefent en een deelnemer daarom de uitstaande TLTRO-III-bedragen moet aflossen voordat de afwijking van de uitstaandbedragbenchmark en de eventuele resulterende rentestimulansaanpassing aan die deelnemer worden gecommuniceerd, wordt het rentetarief voor de bedragen die door die deelnemer uit hoofde van elke TLTRO-III zijn geleend vastgesteld op het gemiddelde tarief voor de basisherfinancieringstransactie gedurende de looptijd van de respectieve TLTRO-III tot de datum waarop aflossing door de NCB moest plaatsvinden. Indien een dergelijke aflossing moet plaatsvinden nadat de afwijking van de uitstaandbedragbenchmark en de eventuele resulterende rentestimulansaanpassing aan de deelnemer zijn gecommuniceerd, wordt het toepasselijke rentetarief voor de bedragen die door die deelnemer uit hoofde van elke TLTRO-III zijn geleend vastgesteld met inachtneming van de uitstaandbedragbenchmark.”;

3.

het volgende artikel 5a wordt ingevoegd na artikel 5:

“Artikel 5a

Vervroegde aflossing

1.   Te beginnen 24 maanden na de afwikkeling van elke TLTRO-III kunnen deelnemers vóór de betrokken TLTRO-III-vervaldag het TLTRO-III-bedrag halfjaarlijks geheel of gedeeltelijk aflossen.

2.   Vervroegde aflossingsdata vallen samen met de afwikkelingsdatum van een basisherfinancieringstransactie van het Eurosysteem, zoals bekendgemaakt door het Eurosysteem.

3.   Om een beroep te kunnen doen op de vervroegde aflossingsprocedure stelt een deelnemer de betrokken NCB uiterlijk twee weken voorafgaande aan de vervroegde aflossingsdatum ervan in kennis dat hij uit hoofde van de vervroegde aflossingsprocedure op de vervroegde aflossingsdatum wil aflossen.

4.   De in lid 3 bedoelde kennisgeving wordt voor de deelnemer twee weken voor de betrokken vervroegde aflossingsdatum bindend. Indien de deelnemer het op de vervroegde aflossingsdatum uit hoofde van de vervroegde aflossingsprocedure verschuldigde bedrag niet of gedeeltelijk voldoet, kan zulks resulteren in de oplegging van een geldboete. De toepasselijke geldboete wordt overeenkomstig bijlage VII bij Richtsnoer (EU) 2015/510 (ECB/2014/60) berekend en komt overeen met de geldboete die wordt opgelegd indien niet wordt voldaan aan de verplichtingen om voldoende onderpand te verstrekken en het bedrag af te lossen dat de wederpartij aangaande transacties met wederinkoop voor monetaire beleidsdoeleinden is toegewezen. De oplegging van een geldboete geschiedt zonder afbreuk te doen aan het recht van de NCB om in geval van wanbetaling de in artikel 166 van Richtsnoer (EU) 2015/510 (ECB/2014/60) vastgelegde verhaalsmogelijkheden uit te oefenen.”;

4.

in artikel 7, lid 1, worden punt b), c), d) en e) als volgt vervangen:

“b)

Indien een deelnemer de resultaten van de beoordeling van het eerste verslag door de accountant niet vóór de uiterste termijn zoals vermeld in het op de ECB-website bekendgemaakte indicatieve TLTRO's-III-tijdschema aan de betrokken NCB ter beschikking stelt, zal de deelnemer alle uitstaande bedragen die uit hoofde van TLTRO-III zijn geleend aflossen op de afwikkelingsdatum van de eerstvolgende basisherfinancieringstransactie tegen het gemiddelde rentetarief voor de basisherfinancieringstransactie gedurende de looptijd van elke respectieve TLTRO-III.

c)

Indien een deelnemer het tweede verslag niet binnen de desbetreffende uiterste termijn bij de aan de betrokken NCB ter beschikking stelt, wordt het gemiddelde rentetarief voor de basisherfinancieringstransactie gedurende de looptijd van elke respectieve TLTRO-III toegepast op de bedragen die door die deelnemer uit hoofde van alle TLTRO's-III zijn geleend in combinatie met een bijkomende dagelijkse geldboete van EUR 500 totdat het tweede verslag is ingediend, met een maximum van EUR 15 000. De geldboete wordt gecumuleerd en in rekening gebracht door de betrokken NCB na ontvangst van het tweede verslag of wanneer het maximumboetebedrag is bereikt indien het tweede verslag tegen die termijn nog niet is ontvangen.

d)

Indien een deelnemer de resultaten van de beoordeling door de accountant van het tweede verslag niet binnen de desbetreffende uiterste termijn aan de betrokken NCB ter beschikking stelt, wordt het gemiddelde rentetarief voor de basisherfinancieringstransactie gedurende de looptijd van elke respectieve TLTRO-III toegepast op de bedragen die door die deelnemers uit hoofde van TLTRO's-III zijn geleend.

e)

Indien een deelnemer anderszins de verplichtingen in artikel 6, lid 6, of artikel 6, lid 7, niet nakomt, is het gemiddelde rentetarief voor de basisherfinancieringstransactie gedurende de looptijd van elke respectieve TLTRO-III van toepassing op de bedragen door die deelnemer uit hoofde van TLTRO's-III zijn geleend.”;

5.

in Bijlage I, wordt afdeling 3, alinea 3, vervangen door:

“EX wordt afgerond op 15 decimaalpunten. Indien OAB gelijk is aan nul, wordt EX geacht gelijk te zijn aan 2,5.”

6.

in Bijlage I, wordt afdeling 3, alinea 6, vervangen door:

“De rentestimulansaanpassing, gemeten als een fractie van de gemiddelde corridor tussen het maximaal mogelijke rentetarief (Formula) en het minimaal mogelijke rentetarief (Formula), wordt aangeduid als iri, het op TLTRO-III k toepasselijke rentetarief, uitgedrukt als een jaarlijks percentage wordt aangeduid als rk ; iri en rk en worden als volgt bepaald.

a)

Indien een deelnemer zijn uitstaandbedragbenchmark van in aanmerking komende leningen op 31 maart 2021 niet overschrijdt, dan wordt het toepasselijke rentetarief voor alle bedragen die door de deelnemer uit hoofde van TLTRO's-III zijn geleend vastgesteld op het gemiddelde MRO-rentetarief gedurende de looptijd van de respectieve TLTRO-III, d.w.z.

als EX ≤ 0, dan iri = 0 % enFormula

b)

Indien een deelnemer zijn uitstaandbedragbenchmark van in aanmerking komende leningen per 31 maart 2021 met minstens 2,5 % overschrijdt, dan is het toepasselijke rentetarief voor alle bedragen die door de deelnemer uit hoofde van TLTRO's-III zijn geleend gelijk aan het gemiddelde rentetarief voor de depositofaciliteit gedurende de looptijd van de TLTRO-III, d.w.z.

als EX ≥ 2,5, dan iri = 100 % enFormula

c)

Indien een deelnemer zijn uitstaandbedragbenchmark van in aanmerking komende leningen per 31 maart 2021 met minder 2,5 % overschrijdt, dan wordt het toepasselijke rentetarief voor alle door bedragen die door de deelnemer uit hoofde van TLTRO's-III zijn geleend geleidelijk lineair afgeschreven afhankelijk van het percentage waarmee de deelnemer zijn uitstaandbedragbenchmark van in aanmerking komende leningen overschrijdt, d.w.z.

als 0 < EX < 2,5, danFormula en Formula”.

Artikel 2

Inwerkingtreding

Dit besluit treedt op 16 september 2019 in werking.

Gedaan te Frankfurt am Main, 12 september 2019.

Namens de Raad van bestuur van de ECB

De president van de ECB

Mario DRAGHI

(1)  Richtsnoer (EU) 2015/510 van de Europese Centrale Bank van 19 december 2014 betreffende de tenuitvoerlegging van het monetairbeleidskader van het Eurosysteem (richtsnoer algemene documentatie) (ECB/2014/60) (PB L 91 van 2.4.2015, blz. 3).

(2)  Besluit ECB/2019/1311 van de Europese Centrale Bank van 22 juli 2019 betreffende een derde reeks gerichte langerlopende herfinancieringstransacties (ECB/2019/21) (PB L 204 van 2.8.2019, blz. 100).

Naar boven